Skip to content

Schriftelijke reactie tegen disciplinaire noodzakelijk

Ongeacht het al dan niet aanteken of uitstellen van een beroep tegen disciplinaire maatregelen (art. 12.2 ), is het van belang schriftelijk te reageren tegen de opgelegde maatregelen.
De kern van kwestie is gelegen in het ‘bindend oordeel’ voor beide partijen van de uitspraak van de beroepscommissie (art.12.3 (4)) en de vraag of er tegen deze uitspraak een juridische procedure kan worden aangespannen, te meer daar er niet alleen een schriftelijke berisping (art.12.1 (2) a.) is opgelegd, maar tevens is gedreigd met verdere maatregelen waaronder een financiële claim, ontslag of ontslag op staande voet.
Tevens kan er gerede twijfel bestaan omtrent de gevolgde procedure, de werknemer moet immers in de ‘gelegenheid’ worden gesteld ‘het gebeurde te verklaren’ (art. 12.1 (4)), hetgeen veelal niet op vooraf aangekondigde tijdstippen plaatsvond, maar even tussen de werkzaamheden door. De NVLT heeft tegenover de KLM hierover haar bezorgdheid geuit in relatie tot de (vlieg)veiligheid, mede gezien het aantal zaken en het feit dat de werknemers direct weer hun normale werkzaamheden moesten hervatten.
De NVLT stelt tevens dat het CAO art. 12.1 (1) (Disciplinaire maatregelen) niet berekend is de huidige situatie en in feite oneigenlijk wordt toegepast, aangezien deze maatregelen van toepassing zijn op een werknemer die zich schuldig maakt aan:
1. ‘veronachtzaming van de hem opgedragen werkzaamheden’
2. ‘niet nakomen van de door de KLM gegeven instructies’
3. ‘en/of ingevolge de CAO op hem rustende verplichtingen’
Dit geldt ons inziens uitsluitend indien er sprake is van het verrichten van (betaalde) werkzaamheden en de werknemer zich niet heeft ontrokken aan de gebruikelijke gezagsverhoudingen tussen werknemer en werkgever.
In de praktijk zal een rechter alle relevante schriftelijke reacties en gevolgde (CAO) procedures laten meewegen in haar oordeel, hetgeen voor alle partijen dus van belang zal zijn. Het beroep aantekenen of (nog) niet aanteken is dus beide mogelijk, zonder dat dit een eventuele rechtsgang belemmert, immer de KLM dient eerst aan te tonen dat de commissieleden kunnen oordelen ‘als goede mannen naar billijkheid'(art. 12.3 (4)).
De NVLT zal de KLM wederom dringend adviseren van het conflictmodel af te zien en zal tevens bezwaar aantekenen tegen de ons inziens oneigenlijke toepassing van het CAO art. 12.1, welke niet geschikt is ter behandeling van collectieve conflicten, daarvoor dient nu juist het interne en externe overleg.

Het Bestuur.

Back To Top
Zoeken